Voor de tweede maal in eene week woedde Zaterdag namiddag boven onze provincie weer een hevig onweder. Op vele plaatsen schrik en ontsteltenis te weeg brengend. In GULPEN werden tal van boomen getrolïen door den bliksem ; m het telephoonbureau aldaar sloeg de bliksem twee bliksemafleiders stuk. In ROERMOND werden eveneens verschillende boomen door den buk sein vernield. In WEERT sloeg het hemelvuur op de belinrichting van wachtpost 42. Vandaar sloeg de bliksem het wachthuisje binnen en vermeide eenige ruiten en een paneel der buitendeur, up het gehucht Laar aldaar sloeg hij op een paa* boomen. Te HEIJTHUIJSEN vernielde de bliksem twee eiken boomen aan de bouwhoeve ~Beilshof. Ze werden totaal versplinterd. In MAASNIEL/LEEUWEN viel eene buitengewone hoeveelheid regen, die op verschillende plaatsen de jonge aardappelen losspoelde. Op meerdere boerderijen stonden de stallen onder water, Dij anderen stond het water een voet hoog inde huizen. Een drietal boomen werden door den bliksem getroffen. In NEDERWËERT sloeg hij inde woning des heeren K., en veroorzaakte stukken aan schoorsteen, kachel en zolder. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. Inde onmiddellijke nabijheid onzer stad gelegen dorpen ST. PIETER en HEER, en het gehucht LIMMEL werden eveneens door den bliksem vele boomen totaal versplinterd. Uit VALKENBURG meldt men ons nog: Het hevige onweder, dat jl. Zaterdagavond over deze gemeente woedde, heeft veel schade aangericht. Zoo sloeg de bliksem in den schoorsteen van den Wel Ed. Geb. Heer H., aan ’t station, met het gevolg, dat het bovengedeelte geheel gekorven was en vernield. Ook bij de heeren V. M. en V. fa. sioeg het hemelvuur in en richtte schade aan. De bewoners dezer huizen kwamen met den schrik vrij. Omtrent het hevige onweder, dat Maandag nm. boven een groot deel onzer provincie woedde, schrijft men ons uit ROOSTEREN: Maandagmiddag omstreeks ik uur ontlaste zich boven deze gemeente een zwaar onweder vergezeld van zwaren regen en hagel ter dikte van een knikker. Te Oud-Roosteren sloeg de bliksem in bij den lieer Notermans, een paar ruiten en den zolder der keuken en den gevel werden stuk geslagen. Gelukkig kwamen de inwoners met den schrik vrij. Uit DOENRADE deelt men ons mede : Maandagnamiddag brak boven dit dorp een onweder los vergezeld van zulke Tegenpartijen, dat ze ons onmiddellijk deden denken aan het noodweer van verleden jaar. Het slagregende een half uur lang zonder ophouden en in dien tijd was de dorpsstraat veranderd ineen breeden stroom, die huizen en kelders binnendrong, enfin een overstrooming en dat op een hoogte, 100 tot 150 M. boven A.P. Daar had alleen de jeugd plezier in, die tot boven de knieën door het water ging midden op den weg. Wie niet thuis was, kon er niet komen als wadende door het water.
Treurig is het dat dit weer den boer weer scha doet. Wel was Maandag weinig hagel gevallen ; maar het welige graan ligt tegen den grond; wortels en karoten, pas gezaaid of even ontkiemd zijn met mest en grond afgedreven van de landerijen en bedekken nu den weg. Elders heeft het snelstroomende water zand en kiezel op de velden gespoeld en de gewassen er onder bedolven. Doch, vergeleken met het vorige jaar, toen veler oogst totaal verhagelde, zijn weder betrek kelijk goed afgekomen; het had erger kunnen zijn.
Uit GREYENBICHT ontvingen we ’t volgende bericht:
Bij het onweder van Maandag h.m. sloeg de bliksem in do Protestantsche kerk zonder evenwel brand te veroorzaken.
Ook uit HORST gewerd ons bericht over ’t boos weder. Het luidde: Dezer dagen barstte boven ons dorp een hevig onweder los. De zware donderslagen voorafgegaan door felle bliksemschichten rolden door het luchtruim en vervulden allen met siddering en angst. En niet zonder oorzaak, want wederom vernielde het hemelvuur een paar huizen gedeeltelijk en een boom werd gespleten.
Ten slotte uit OIRSBEEK vernemen wij : Jl. Maandag namiddag omstreeks 6 uur ontlastte zich boven deze gemeente een hevig onwedcr. Voornamelijk moest het gehucht De Gracht het ontgelden; en was ineen oogwenk ineen zee her schapen. Het water van de omliggende bergen komend, overstroomde huizen, tuinen en weilanden, een dikke slijklaag meevoerende, waardoor groote schade vooral aan de tuinen is aangericht In het veld was het niet minder erg; pas geplante aardappels en gezaaide wortelen dreven van de landerijen zoodat de menschen genoodzaakt zijn opnieuw te planten en te zaaien; ook aan de te veld staande rogge en tarwe is enorm schade aangericht.
Men schrijft ons uit MEYSL-STOEP : Bij het onweer van gisteren werden alhier langs de Noordervaart eenige telegraafpalen versplinterd.